De actrice spreekt

Een actrice vertelt in een podcast over haar leven. Ze vertelt hoe ze twee huizen heeft. Ze vertelt tegelijk hoe ze zichzelf als linkse intellectueel ziet. In haar taal zit dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee je mensen met een meervoudig modaal salaris hoort praten over de aanschaf van een elektrische fiets voor erbij.

Iets aan haar verhaal maakt dat mijn maag gaat rommelen. Is het de oude verzuilde houding of hoe ze over mensen bij de PvdA praat alsof het per definitie vrienden zijn? Is het hoe ze praat over dat ze het toch wel gênant vindt om twee huizen te hebben en hoe ze zich verwondert over hoe moslims om haar heen radicaliseren? Is het de totale vanzelfsprekend waarmee ze praat over projectsubsidies voor haar werk?

Net voordat het gerommel me te veel wordt begint ze slimme dingen te zeggen. Ze is echt een goede actrice, een legende als je het mij vraagt. Eigenlijk wil je kunstenaars, artiesten of schrijvers niet leren kennen, het is zo veel mooier als hun werk los kan staan van hun mening. Waarom moet iemand altijd een mening hebben?

Als luisterend denk ik na, en het is de vanzelfsprekendheid die me het meest stoort aan haar betoog. Misschien vind ik wel dat we als mensen elke dag blij moeten zijn met het gegeven dat we weer een dag gelukkig en gezond mogen zijn? En ik denk dat als je echt intelligent bent, je ook constant een bewustzijn hebt voor die anderen. Voor mensen die minder rijk zijn, minder jouw politieke gedachten delen of in een andere omgeving of religie zijn opgegroeid.

En natuurlijk zorgt dit bewustzijn voor een gekmakend gevoel van onrecht. Toch kunnen we samen pas verder komen als we luisteren naar elkaar, en proberen te begrijpen waarom iemand een leven leidt zoals het is.

En terwijl ik dit schrijf, merk ik dat ik hetzelfde doe als wat zij doet. Een mening geven, waarom toch?

Over depressie en zelfmoord

Een stel staat bij de koffiebar in het theater. De vrouw kijkt krampachtig door haar leesbril om de juiste euromunten uit te tellen waarmee ze de schuld van een rode wijn en een zwarte koffie kan vereffenen. De gezichtsuitdrukking van de man duidt op ervaring als leidinggevende in een staffunctie. Het smoelwerk van de vrouw duidt op irritatie over de invoering van de euro. De man maakt met zijn blik de aarde het verwijt dat het hemellichaam niet stopt met draaien als zijn vrouw met iets belangrijks bezig is.
Ze moet uiteindelijk pinnen.
‘Wat een apart bedrag: 5.53’, zegt de man. ‘Of je rondt af, of je doet het niet.’ Ze schuifelen naar en sta-tafel. Als de drankjes stabiel staan tikt hij plagend het programma van de voorstelling uit haar handen, verliefd kijkt ze vanachter haar koffie naar hem op.
De vrouw moppert nog even verder, over dat haar man niet van theater houdt. Haar metgezel glimlacht en somt op wie er de komende tijd op bezoek komen: de kinderen, de kleinkinderen, Annie en Henk en zo gaat hij nog eventjes door. De vrouw glimlacht en zegt: ‘En ik vrijdag even.’ Hij drukt haar tegen zich aan. Hand in hand lopen ze de zaal in. Er staat een stuk op het programma over depressie en zelfmoord, maar dan humoristisch gebracht.

Gelukkig oud

Twee mensen van een jaar of zeventig staren naar een groepje dat voor de zaal wacht op iets van Shakespeare. De man slaat een arm om de vrouw naast hem heen en zegt: ‘Dus zij ook?’ Hij heeft de blik in zijn ogen die ik wel eens zie bij mensen in mijn omgeving met een burnout.
De vrouw: ‘Haar darmen zitten helemaal onder.’
‘Moet zij dan ook.’ De man maakt een stekende beweging met zijn arm alsof hij een groot varken aan een spies rijgt.
‘Ja.’ Ze zegt niets over zijn knullige obscene gebaar. De mensen om hen heen zijn geen seconde in hun gesprek gestoord. ‘Het waren goedaardige, maar dus. Ze krijgt elke half jaar die controle. Ze is gelukkig oud.’
Hij knikt. De deur gaat open en ze lopen samen de zaal in.