Over vallen

Ik zat deze winter in het restaurant van een skibaan. Mijn vrouw en kinderen waren zich aan het voorbereiden op het skiseizoen dat niet zou komen. Ik hou er niet van: glijden in de kou, ook wel het spelen met vallen. Er zijn voordelen aan het hebben van controle. En als ik weet dat ik geen controle heb, val ik juist bij elke kans die zich voordoet. Er is een voordeel aan ouder worden, je leert je grenzen kennen.

Toch kocht ik vorig jaar in een vlaag van zinloze ambitie skeelers op marktplaats. Het is natuurlijk gekkenwerk om op wieltjes te gaan lopen, daar hoef je geen natuurkunde voor gestudeerd te hebben. Het wiel is hier niet voor uitgevonden. Mijn vrouw en kinderen vlogen echter zo enthousiast over het asfalt, dat ik dacht: dat moet ik ook kunnen. Maar om eerlijk te zijn als ik John Lennon zie heb ik hetzelfde gevoel, maar ik heb geen illusies. En zo geschiedde. Nadat ik de schoenen aandeed, een stuk hangend aan de hekken van mijn buren over straat schuifelde eindigde mijn avontuur in een rozenhaag van een buurman. Ik heb er wel iets van geleerd. Nederland is niet plat, omdat altijd de regen van de weg af moet kunnen lopen. Enfin: die skeelers gingen dus weer op marktplaats.

Maar terug naar de hal waar ik rust had en geen skiles. Ik liep naar de selfservicebalie en bestelde een cappuccino. De dame achter de balie pakte een kopje, drukte op een knopje en ik hield mijn pas voor het pinapparaat. Het gaf me op hetzelfde moment een gevoel van vrijheid, als ook van eenzaamheid. Misschien is dat ook wel hetzelfde. Dit gevoel werd sterker toen een familie een bestelling plaatste en drie dames in wolken stoom de bestelling verwerkten. Even twijfelde ik of ik een roze koek moest bestellen, maar deed het niet. De kop ging op de schotel en ik schuifelde naar een tafeltje. Ik lette niet op de drie lege stoelen, want gelukkig had ik nog een boek bij me. Er is weinig in het leven dat fictie niet op kan lossen.