Houdgreep

Ik haal mijn pleegzoon (6) tussentijds van school. Hij moet naar speeltherapie. Hij staat bij de kapstok met een meisje te geinen.

Het meisje kijkt me aan en vraagt: ‘Waar moet hij naartoe?’
Ik: ‘Hij heeft therapie.’
Hij: ‘Omdat ik vaak boos ben.’
Ik: ‘Is hij ook wel eens boos op jou?’
Zij: ‘Nee joh, natuurlijk niet.’
Hij: ‘Ik ben alleen boos op papa. Maar gelukkig ben ik veel sterker, ik heb hem vaak in de houdgreep.’ Hij lacht kuiltjes in zijn wangen.

Op slot

Ik ben vanochtend vergeten om mijn fiets op slot te zetten. Hij staat in zijn eentje in de dubbeldeks fietsenstalling van het forenzendorp. Ik had terug kunnen reizen, het is vanaf mijn werk maar een kwartiertje. Ik heb het er bij gelaten. Ik heb niet eens afspraken op het werk vandaag. Het is zomer.

Ik zal woedend zijn als iemand hem vanavond heeft meegenomen. Misschien geef ik wel een tik tegen de stalen gleuf waar mijn fiets in hoort te staan. Ik zal boos worden en me afvragen of degene die mijn fiets heeft meegenomen een dief is. Als je huisdeur open staat mogen mensen je woning toch ook niet leeghalen?

Fruit gooien

We hebben onze kinderen (5 en 7) met nieuwsgierigheid opgevoed.

Ik hoorde ze net lachen in de keuken. Op de grond lag een platte mandarijn, op het glas van de deur zat een krachtige klodder vruchtvlees. Er lag ook nog een appel in twee stukken op de grond. ‘Dit is leuk’, gilden ze.

Ik gaf ze een doekje.

Het tuincentrum tijdens hemelvaart

Kinderen: ‘Waarom moet we nu weer naar binnen?’
Vader: ‘Vraag dat maar aan je moeder.’
Moeder: ‘Je had er goddome ook zelf aan kunnen denken.’