Kinderen horen alles

Een moeder zit onderuitgezakt op een bankje in het centrum met een half leeg flesje Pepsi-cola in haar hand. Twee kinderen zitten naast haar en kijken verveeld naar een monumentale kerk. Af en toe geeft het jongetje zijn zusje een nijdige tik. Elke keer krijgt hij er dan ook eentje terug, waarna het meisje hem met een koppige grijns waarschuwt om het hier bij te laten. Elke familie vindt op een eigen manier balans.

Voor dit gezinnetje zit een oude vrouw in een scootmobiel. Ze is vast de oma van de kinderen, maar ik zie hier niets van. Ze kijkt met een boos gezicht naar de bank. Alsof ze een Italiaans gerecht aan het bereiden is voor een YouTube-kanaal beweegt de oude vrouw haar armen. Blijkbaar is elk woord van haar zo belangrijk dat het nadruk nodig heeft. Ik zie woede, zoals alleen oude mensen die kunnen hebben, oude mensen die verongelijkt zijn over dat iedereen er op uit is om hen een ongelukkige oude dag te bezorgen. Alsof wij niets anders te doen hebben.

De moeder zegt: ‘Dus dan hang ik de telefoon maar weer op. Met die gast is niet te praten. Ze zijn ook van hem he.’

Oma: ‘Dat zeg ik toch de hele tijd al. Het is en narcist.’ Er rolt een druppeltje spuug langs haar onderlip. De kinderen kijken nog steeds naar de kerk. De jongen geeft zijn zusje weer een tik.

‘Opzouten nu,’ zegt hun moeder. Het zusje kijkt boos door het onrecht dat haar zojuist is aangedaan. Je ziet aan haar dat ze enkel een volgende kans afwacht, maar die tik komt er. Ik hoop dat ze enkel tikken uitdelen en dit gedoe niet horen, maar ik weet wel beter. Kinderen horen alles.

Wat zou u doen om de wereld te redden?

Aan het overkant van het gangpad in de sprinter zit een dame die lijkt op actrice Emma Thompson te lezen in het magazine van de Volkskrant. Van afstand zie ik dat ze de rubriek voor zich heeft waarin mensen elkaar tips geven over moeilijke situaties in het leven. Ik heb deze week nog geen advies gegeven, dus ik zoek hem op in de app.

De casus is als volgt. Een stel van begin dertig twijfelt erover om kinderen te krijgen vanwege de klimaatcrises. Gelukkig heb ook ik direct een mening. Het moet toch mogelijk zijn om zelf als mens gelukkig te zijn en tegelijk rekening te houden met de toekomst van de aarde? Een mens lost nooit alle miserie in een mensenleven op en elk mens kan ook een bijdrage leveren. Overigens kan een nieuwe generatie ook op een andere manier een bijdrage leveren aan een betere wereld: we zijn als mensen meer dan onze CO2-footprint. Ik kijk het raam uit en ben tevreden met mijn analyse.

De dame fronst tijdens het lezen en kijkt ook naar mijn weilanden. Tegenover haar zit een jongeman met een dreumes op schoot. Het kind brult af en toe en de vader stopt een mariakaakje in het muiltje, dit levert hem telkens een paar minuten rust op.
In de spiegeling van de ruit zie ik hoe de dame doorbladert naar de column van Eva Hoeke. Ik browse als een digitale stalker door de app. Hoeke vertelt over een film waarin een vrouw centraal staat die in haar leven een sekspartner (haar inmiddels overleden man) heeft gehad. Maar één sekspartner schrijft ze, woorden zijn belangrijk. Na de dood van haar man heeft ze een sekswerker ingehuurd die met haar het hele programma van technieken afwerkt waar ze de afgelopen decennia niet aan toe is gekomen. De vrouw in de trein is erg lang aan het lezen, glimlacht en tuit haar lippen.

En dan is het kaakje op en schreeuwt de dreumes iets naar zijn vader. Ik bedenk dat zijn welzijn altijd centraal moet staan. Dan we allemaal ons best moeten doen om zo min mogelijk een last voor de aarde te zijn, maar dat we zeker niet moeten stoppen met leven. Dat we allemaal moeten weten of we gelukkig zijn met een, twee of honderden partners en in welke verband. Dat iedereen de worsteling om keuzes te maken zelf zal moeten ondergaan.

De wereld wordt er niet beter van als we elkaar de maat nemen. De wereld wordt er niet beter van als iemand zegt wat je moet doen, ook al luister je niet. De wereld wordt er beter van als we elkaar ruimte geven om te ademen.

Asfalt

Voor mijn huis voeren machines een fijn uitgewerkte choreografie op. Dansers in oranje hesjes weten hun plek, de belichting is niet subtiel maar wel doelgericht. Het is een feest van rook en kletterend grint. Ik ruik de geur van een tijd waarin het binnenste van de aarde nog stond voor rijkdom en niet voor een CO2-problem.

Naast me staat mijn dochter. Ze heeft haar raam wijd open gedaan en kijkt naar een machine die een laag asfalt uit onze straat freest. De bestuurder toetert als de vrachtauto voor hem – waarin het asfaltgruis terecht moet komen – te snel of te langzaam rijdt.

‘Zo kan ik niet slapen he,’ zegt ze. Ze pakt haar telefoon en begint de voorstelling te filmen. Godzijdank begint de zomervakantie bijna.

Geduld

Mijn pleegkind heeft in het begin van zijn leven geleerd dat wij als volwassenen niet te vertrouwen zijn. Dit vertrouwen krijgen wij pas heel langzaam terug. Hij en wij gaan een groot deel van zijn en ons leven last hebben van wat andere volwassenen hem hebben aangedaan.

Het woord aangedaan klinkt misschien zwaar, toch past het want wij waren er niet toen dat wel nodig is. Er is een reden waarom de meest kind-hatende mensen zorgzaam worden als ze een baby zien. Zorgen wij als volwassenen – om wat voor reden dan ook – niet voor een baby dan gaat er iets goed fout.

Volwassenen zijn niet te vertrouwen en dat krijgen alle volwassenen die hij nu ontmoet keihard terug. Allemaal zullen we heel lang de tijd moet nemen om zijn vertrouwen te krijgen. De voetbaltrainer, de zwemjuf, de juf en meester in de klas. De opgave is niet groot. We moeten wachten tot hij rustig wordt en zichzelf kan zijn.

Ik hoor wel eens dat dit niet normaal is. Dat het niet werkbaar is als een kind de hele tijd langs de kant van het veld staat of weigert om het water in het gaan. Soms doet hij dit een of twee lessen, maar ook wel eens een half jaar. Ons systeem werkt zo niet, we hebben ons hele leven zo ingericht alsof we het hebben over de optimalisatie van het productieproces van een auto. Alsof zorg en onderwijs een lopende band zijn die altijd op hetzelfde tempo draait. De term wachtlijst alleen al. Het budget staat centraal en tijd is geld.

Jammer dan, denk ik. Dat hadden we eerder moeten bedenken. Wij waren het als volwassenen die niet voor hem zorgden. Wij waren het die vergaten hem eten te geven. Bij ons was hij niet veilig. Natuurlijk was een goede knuffel en en een boterham op zijn tijd voor iedereen beter geweest, maar dat is niet gebeurd en hij kan hier niets aan doen. Wij wel.

Wat overblijft is niets dan geduld. We draaien de band lekker op het tempo dat hij aangeeft, en dan komt het allemaal helemaal goed. Stapje voor stapje haalt hij uiteindelijk iedereen in.

Snuffie

Wij hadden thuis geen dieren. Ik loop met een stijf konijn op de spade naar de groene bak. Haar zusje loopt rondjes in de ren. Ze was nog te jong en gisteren liep ze nog vrolijk rond. Het is erg heet. Ik zie dat er veel dodelijke vliegen in de tuin zijn. Zouden we het hok vaak genoeg schoon hebben gemaakt? Hadden we haar niet moeten inenten tegen iets?

Dadelijk komt mijn dochter (7) thuis van een vakantietrip. Het konijn van mijn zoon leeft nog. Ik weet niet hoe dat is, een kind zijn en een dood huisdier hebben. Ze zal wel huilen. Ik hoop dat ze in een konijnenhemel gelooft.