Enkele weken geleden zat ik op een bankje op station Breda te wachten op mijn aansluiting. Op mijn hoofd had ik, denk ik, wat stevige muziek aanstaan. Laten we zeggen de laatste van Dream Theater. Op een gegeven moment zie ik hoe een vrouw van een jaar of twintig een bankje verderop gaat zitten. Een wat oudere smoezelige man vraagt haar wat en zij antwoordt beleefd. Even later schuift hij meer haar kant op. Aan alles kan je zien dat zij hier niets van moet hebben.
Ik laat dit gebeuren, hoewel ik echt wel weet hoe het er – ook zonder geluid – uit ziet als een vrouw niets van je moet hebben. Op een gegeven moment staat ze op en gaat ze bij een leeftijdgenoot zitten. Ze praten samen het ongemak weg.
Een paar weken later zit ik in de laatste bus. Er stapt een jongen in en hij laat zijn lege telefoon zien aan de chauffeur. De man schudt nee. Ik schuif The Cure van mijn oren en hoor hoe de chauffeur het systeem volgt en hoe de jongen zich zorgen maakt over hoe hij naar huis komt. Hij stapt uit en de bus rijdt weg. En ook hier heb ik niets gedaan. Hoe moeilijk was het geweest om even een kaartje voor hem te kopen?
Dit soort momenten zijn belangrijk. Telkens weer neem ik me voor – zonder na te denken – gewoon te handelen en vanuit je gevoel het juiste te doen. Ik ben zo niet gebouwd en opgevoed, maar impulsiviteit en empathie zijn cruciaal als we de wereld beter willen maken. Een klein stapje zetten, betekent dat we ons allemaal veiliger, prettiger en uiteindelijke vrijer kunnen voelen.
Dit artikel verscheen eerder in Kortom – het personeelsblad van het Rijksvastgoedbedrijf.