Vies zakje

De trein is redelijk vol en op een stoel heeft een viespeuk een zakje van een broodje laten liggen. Iedereen passeert het zitje voor twee en loopt door, ondanks dat er verder geen plek meer is. Ik wil zitten en de stoelen zijn ook nog eens in de rijrichting gepositioneerd. Dat is niet echt belangrijk, maar als ik toch kan kiezen vind ik dat altijd prettig.

Ik raak het zakje met mijn vingertoppen aan en til het op. Ik denk aan de vieze ongewassen stinkende man van eind zestig die met zijn volle handpalmen waarop nog de krakende resten van zijn ochtendlijke masturbatiesessie zitten, een broodje bal met te veel mayonaise naar binnen heeft gewerkt. Hoe hij de rest van de saus met zijn wijsvinger naar binnen schuift. Ik zie geen saus op het zakje maar in mijn hoofd heeft het er wel gezeten.

Met dit alles in mijn hoofd loop ik naar de dichtstbijzijnde prullenbak. Waarom hebben tweezitters niet gewoon een afvalbakje? Het is een gênant gebeuren. Mensen denken natuurlijk dat het zakje van mij zelf is. Voor het nette had ik het zakje nog even na moeten duwen omdat hij weer terugsprong uit de afvalbak. Maar ik doe dat niet. Een hoekje steekt er nog uit als ik de klep met veel lawaai dicht laat vallen.

Als ik mij omkeer is mijn plaats gelukkig nog onbezet. De mensen kijken me aan alsof ik een paria ben. Die mijnheer die zakjes van anderen opruimt. De man die vieze zakjes vastpakt. Zakjes van mensen die vies eten.